Feiten & Weetjes...


Vruchtbaarheid van mannen en vrouwen naar opleidingsniveau"

 

De leeftijd waarop vrouwen kinderen krijgen, het aandeel kinderlozen en de totale vruchtbaarheid zijn sterk aan het opleidingsniveau gerelateerd. Hoger opgeleide vrouwen stellen het moederschap het meest uit en zijn het vaakst kinderloos. Bij mannen doet de relatie tussen vruchtbaarheid en opleidingsniveau zich alleen voor bij de leeftijd van het eerste kind. Het vruchtbaarheidsgedrag van verschillende generaties mannen en vrouwen naar opleidingsniveau heeft zich in verschillend tempo ontwikkeld.

Mannen vaker kinderloos

 

Mannen die in de periode 1945-1964 zijn geboren, hebben vaker geen kinderen dan vrouwen van dezelfde generatie. Ze zijn bovendien drie jaar ouder dan vrouwen wanneer ze hun eerste kind krijgen. Mannen van de jongere generaties worden meestal pas na hun dertigste vader.

Stijging percentage kinderloze vrouwen "

 

Het aandeel kinderloze vrouwen neemt in Nederland met de generaties langzaam toe. Dit komt niet doordat hoogopgeleide vrouwen op steeds latere leeftijd voor het moederschap kiezen, maar doordat vrouwen met een lage of middelbare opleiding vaker besluiten kinderloos te blijven, zo blijkt uit het onderzoek ‘De relatie tussen vruchtbaarheid en opleidingsniveau van de vrouw’ van het Centraal Bureau voor de Statistiek (www.cbs.nl).

Als zwanger worden niet meteen lukt"

 

Als jullie eenmaal hebben besloten om zwanger te worden , kan het vaak niet snel genoeg gaan. Je hoopt dat je allebei vruchtbaar bent en dat er snel een baby komt. Na een jaar proberen is tachtig procent van de vrouwen zwanger. Van de overige twintig procent wordt uiteindelijk het grootste deel ook zwanger. Vijf procent blijft ongewenst kinderloos.

Door omstandigheden vaak geen of één kind

 

Het opleidingsniveau van vrouwen is de afgelopen decennia fors gestegen. In samenhang daarmee is het aandeel vrouwen dat betaald werk verricht eveneens aanzienlijk toegenomen. Dit heeft er mede toe geleid dat vrouwen er tegenwoordig vaker voor kiezen om kinderloos te blijven. Van de 26–30-jarige vrouwen kiest een op de vijf voor een leven zonder kinderen. Van de 56–62-jarige vrouwen is ongeveer 10 procent kinderloos gebleven. Vooral onder hoogopgeleide vrouwen is de kinderloosheid hoog: ruim een kwart van de 26–35-jarige vrouwen verwacht kinderloos te blijven. Ongeveer 15 procent van de vrouwen heeft één kind gekregen of verwacht één kind. Vaak zijn het de omstandigheden die bepalen dat vrouwen maar één kind krijgen, en is het niet zo dat ze daadwerkelijk de voorkeur geven aan één kind.

Ongeveer 1 op de 6 paren krijgt te maken met vruchtbaarheidsproblemen

 

In onze maatschappij zijn we gewend alles te regelen zoals het ons het beste uitkomt. Zo stellen we bijvoorbeeld eerst een tijdlang de kinderwens uit, totdat we 'er aan toe zijn'. Tot die tijd worden anticonceptiemiddelen gebruikt om zwangerschap te voorkomen. Doordat dit zo gewoon is, lijkt het of we zelf kunnen bepalen wanneer we een kind krijgen. Als je stopt met anticonceptie dan verwacht je binnen enkele maanden zwanger te zijn. Helaas pakt het soms anders uit en dat is op zich al een teleurstelling. Je merkt dan dat je niet zelf de regie hebt over je lichaam. Elke maand is er weer de hoop dat het nu toch zal lukken en je begint de ovulatiedatum in de gaten te houden, want dat is het moment dat je vruchtbaar bent. En elke maand opnieuw moet je de teleurstelling zien te verwerken omdat het wéér niet is gelukt. Na ongeveer een jaar onbeschermd vrijen zonder resultaat gaan veel paren naar de huisarts. De eerste stap in het medisch circuit.